3/7
  • Pages
  • Editions

WAAROM VERANDEREN DE PENSIOENEN?

In het oude pensioenstelsel gingen we uit van het principe van voldoende dekkingsgraad om de pensioenen in de toekomst zo volledig mogelijk te kunnen garanderen. Dit principe bleek in de afgelopen 15 jaar geleidelijk aan onhoudbaar en de behoefte aan een andere opzet van de pensioenen groeide.

Veel vermogen en hoge buffers, toch geen zekerheid

Het vertrouwen in het huidige pensioenstelsel is afgenomen. Het moest zekerheid bieden over de pensioenuitkering door opbouw van heel veel vermogen en buffers. Maar het pakte anders uit. De waarde van de toekomstige pensioenuitkeringen wordt berekend met de risicovrije marktrente. Door de lage rente stegen de verplichtingen (wat je in kas moet hebben voor toekomstige uitkeringen) explosief. Tegelijkertijd behaalden de fondsen goede rendementen op hun beleggingen, waardoor het vermogen van de fondsen groeide en groeide. Toch kon er meer dan 10 jaar geen indexatie worden gegeven aan de deelnemers en zijn de pensioenen in de grote metaalfondsen zelfs twee keer verlaagd. De dekkingsgraad bleef immers (te) laag. Het vermogen groeide wel door de goede rendementen, maar de verplichtingen nog meer door de lage rente.

In het Pensioenakkoord verdwijnt de schijnzekerheid van voldoende dekkingsgraad. Goede rendementen op de beleggingen van de pensioen­fondsen kunnen nu sneller aan de deelnemers worden uitgekeerd. Daarom is een ander type pensioen nodig dat minder afhankelijk is van de rente en beter aansluit bij de daadwerkelijk behaalde rendementen.

Meer duidelijkheid over hoogte van het pensioen later

Een andere belangrijke reden is dat veel mensen ontevreden zijn dat zij geen inzicht hebben in wat ze hebben ingelegd en wat de rendementen daarop zijn. Vooral veel jongeren en werkenden vrezen dat de pot straks leeg is en dat er voor hen geen pensioen meer is. Er is geen zicht op hun aandeel in het gezamenlijke vermogen dat is gereserveerd voor hun toekomstig pensioen. En je ziet ook niet dat elke ingelegde euro gemiddeld drie euro pensioenuitkering oplevert. Door de eigen inleg en rendementen zichtbaar te maken in een persoonlijk pensioenvermogen moet het nieuwe stelsel deze onvrede en misverstanden wegnemen.

Wat is de kern van de verandering?

Het pensioen zoals het was

Het huidige pensioen is een uitkeringsovereenkomst. Je bouwt jaarlijks iets meer dan 1,8% van je toekomstige pensioenaanspraken op. Daar wordt elke maand premie voor geheven, in totaal 27,98% over het brutoloon boven de € 16.322 (de franchise). De werkgevers in de Metaal betalen daar overigens meer dan 60% aan mee. Het pensioenfonds belegt de premies en de deelnemers krijgen bij pensionering de som van hun jaarlijks opgebouwde aanspraken.

Voorbeeld: je bouwt jaarlijks 1,875% van je pensioen op en je bent 45 jaar deelnemer, dan krijg je een pensioen van 45 x 1,875%. Dat is dus 84,37% van je gemiddeld verdiende loon boven de franchise van € 16.322. Naast dit aanvullend pensioen van het pensioenfonds krijg je een AOW-uitkering van de overheid. Dat blijft ook zo in de toekomst.

In de toekomst

In het nieuwe stelsel gaan we over naar een premieregeling. Jouw premie komt in een persoonlijk pensioenvermogen, waar het fonds jaarlijks het beleggingsrendement aan toevoegt. Dat gebeurt leeftijdsafhankelijk. Want jongeren kunnen meer risico lopen zolang ze nog geen uitkering hebben, maar voor gepensioneerden is juist minder risico belangrijk om hun uitkering stabiel te houden.

Wat blijft hetzelfde in het nieuwe pensioenstelsel?

  • Het pensioenfonds blijft de gezamenlijke pensioenvermogens beleggen.
  • Het toekomstige pensioen blijft een uitkomst van de ingelegde premie plus het behaalde rendement.
  • Om na 45 jaar werken een pensioen te bereiken van 84% van je gemiddeld verdiende loon, zul je 27,98% premie moeten inleggen, net als nu.
  • We kunnen in het nieuwe stelsel risico’s blijven delen door collectief beleggen.
  • Door solidariteit verminderen we de individuele risico’s en versterken we de stabiliteit van uitkeringen, net als nu.
  • Nog steeds is het mogelijk om je pensioen geheel of gedeeltelijk eerder in te laten gaan, net als nu.

Wat verandert er?

  • De dekkingsgraad verdwijnt. We hoeven daardoor geen buffers meer aan te leggen op basis van de risicovrije rekenrente.

Deel deze pagina