ZWARE BEROEPEN IN HET NIEUWE STELSEL

Het Pensioenakkoord van 2019 bevatte ook afspraken over zwaar werk en eerder uittreden. Dat was bereikt omdat in een aantal sectoren, zoals in de Metaal en het Vervoer, acties zijn gevoerd.

Minder stijging AOW-leeftijd

De stijging van de AOW-leeftijd werd een aantal jaren bevroren en stijgt daarna minder snel. De koppeling tussen de AOW-leeftijd en de stijging van de gemiddelde levensverwachting is daardoor eerlijk geworden.

Tot 3 jaar eerder stoppen met werken

We kunnen weer afspraken maken in bedrijven en sectoren over regelingen om eerder uit te treden, zonder fiscale boetes. Deze Regelingen voor Vervroegd Uittreden (RVU) zijn inmiddels in de cao’s in de Metaal gerealiseerd. Met een uitkering ter hoogte van de AOW kun je maximaal 3 jaar eerder uittreden als je aan de voorwaarden voldoet. Je kunt deze uitkering verhogen door alvast iets uit je opgebouwde pensioen eerder op te nemen. Je pensioenpot moet dan wel voldoende gevuld zijn. In de Metaal werken veel mensen in zware beroepen. Eén op vijf werknemers in onze sector wil of moet eerder met pensioen gaan omdat hij of zij het niet volhoudt. Als de AOW-leeftijd nog verder oploopt, dan is het heel belangrijk dat je eerder kan stoppen.

Belangrijk voor de pensioenregeling

Deze zaken over zware beroepen zijn bereikt in het Pensioenakkoord, maar staan in deze ledenraadpleging niet ter discussie. Het gaat nu echt alleen over de inhoud van de pensioenregeling. Maar indirect blijft er wel een verband met eerder uittreden:

• Het is belangrijk dat het na te streven pensioen niet daalt, anders wordt het lastiger om een stukje van je pensioen eerder op te nemen om eerder te stoppen met werken. Want dan kan je latere pensioenuitkering te laag worden om normaal te kunnen leven. Hier ligt een knelpunt in de Metalektro, omdat er in de basisregeling geen pensioen wordt opgebouwd over de ploegentoeslag. Dat kan alleen als de werkgever bereid is tot een aanvullende regeling. Dat moet gewoon onderdeel van de pensioenregeling worden, want anders wordt het gat tussen het loon (inclusief ploegentoeslag) en de pensioenuitkering te groot. Eerder uittreden met wat geld uit je pensioenpot is dan in de praktijk niet te doen.
• De doorsnee systematiek in de premie en opbouw verandert. Dat zit zo. In het huidige stelsel betalen alle leeftijden hetzelfde premiepercentage en krijgen hetzelfde jaarlijkse opbouwpercentage. In het nieuwe stelsel blijft het premiepercentage voor alle leeftijden gelijk, maar heeft een euro ingelegde premie op jonge leeftijd meer invloed op je latere pensioen dan in de laatste jaren van je werkende leven. De premie die je op oudere leeftijd inlegt wordt immers minder lang belegd voordat deze in pensioen wordt uitgekeerd. Dus als je eerder uittreedt, heeft dat in het nieuwe stelsel minder effect op je latere pensioenuitkering dan in het huidige stelsel.